Amazon en ik
Ik koop niets bij Amazon. Het is een bewuste keuze: het voelt niet goed.
Vandaag lees ik op NOS.nl dat Amazon 1,4 miljard euro steekt in een nieuwe poging om de Nederlandse markt te veroveren. Ze mikken daarbij vooral op Bol, Coolblue en Wehkamp.
Jeff Bezos bouwde Amazon uit tot een wereldimperium.
Het is met meer dan anderhalf miljoen werknemers een van de grootste werkgevers ter wereld. Dat zegt iets over succes, maar vooral over macht.
En macht schuurt.
Achter de cijfers zit een harde realiteit.
Werknemers staan onder enorme druk om meer te doen in minder tijd.
Pauzes zijn een probleem. Vakbonden zijn ongewenst.
Dat is geen gerucht; dat staat zwart op wit in officiële rapporten.
Bezos zelf? Hij trouwde dit jaar in Venetië. Kosten: zo’n vijftig miljoen dollar.
Het contrast met de mensen in zijn magazijnen is moeilijk te negeren.
Daarnaast bezit hij The Washington Post.
De krant die ooit Watergate onthulde.
Nu bemoeit Bezos zich met de opiniepagina, en dat leidde tot het vertrek van redacteuren.
Voor wie journalistieke onafhankelijkheid belangrijk vindt, is dat pijnlijk om te zien.
Ik ben niet tegen kapitalisme.
Concurrentie houdt bedrijven scherp.
Maar als één speler zó groot wordt dat anderen verdwijnen, dan blijft er geen echte markt meer over.
Dan is het winst zonder weerwoord.
Daarom hoop ik dat Amazon in Nederland klein blijft.
Niet omdat ik anderen iets wil verbieden, maar omdat elke keuze telt.
We stemmen niet alleen in het stemhokje, maar ook met ons geld.
Ik koop liever bij bedrijven die ik iets gun.
Die goed omgaan met hun mensen.
Die belasting betalen.
Die hun winst niet de ruimte in schieten.
Verbeter de wereld?
Begin bij wat je koopt.